MS is de meest voorkomende, invaliderende neurologische ziekte bij jonge mensen en treft één op duizend. 

Door op een patiënt-specifieke manier in te grijpen, hopen we MS gericht aan te pakken.

Prof. Nathalie Cools (UA) en prof. dr. Barbara Willekens (UZA)

De strijd tegen MS

MS (Multiple Sclerose) is een auto-immuunziekte waarbij verschillende plaatsen in de hersenen en het ruggenmerg ontstoken en beschadigd raken. Hierdoor werkt het centrale zenuwstelsel niet goed meer: prikkels worden niet meer correct doorgegeven. Dit kan onder andere leiden tot vermoeidheid, problemen met zicht, verlies van kracht of gevoel, problemen met plassen, evenwichts- en geheugenproblemen. Verschillende behandelingen kunnen de ziekte vandaag afremmen, maar deze kunnen gepaard gaan met heel wat bijwerkingen. 

Celtherapie tegen MS

Prof. Zwi Berneman en prof. Nathalie Cools, van het labo voor experimentele hematologie, voeren samen met prof. dr. Barbara Willekens en prof. dr. Patrick Cras, van de dienst neurologie, en hun teams al jarenlang onderzoek uit naar de mechanismen van MS. Momenteel onderzoeken zij de mogelijkheden van baanbrekende celtherapieën, waarbij ze specifieke lichaamscellen aanpassen om het ontregelde afweersysteem van MS-patiënten te herstellen. Door deze cellen zo te 'trainen' om het eigen lichaam niet aan te vallen, kunnen ze de behandeling nauwkeurig afstemmen op elke individuele patiënt. Dit opent mogelijkheden voor een doorbraak in de huidige therapeutische opties, weg van de traditionele niet-specifieke behandelingen die vaak gepaard gaan met diverse bijwerkingen.

Het onderzoek

Recent werd de eerste klinische fase I studie succesvol afgerond. Tijdens deze studie werden 9 MS patiënten behandeld met een innovatieve celtherapie en werd er nagegaan in hoeverre deze veilig en haalbaar is en wat de mogelijke nevenwerkingen zijn. Dat is een belangrijke eerste stap in de verdere ontwikkeling van een behandeling. De deelnemende patiënten kregen 6 vaccins op maat toegediend en werden nauwgezet opgevolgd. De behandeling bleek veilig te zijn en werd goed getolereerd door de deelnemers. Het manuscript, met een overzicht van alle verworven resultaten, werd gepubliceerd in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift. Binnenkort zal een fase II studie worden uitgeschreven. Tijdens deze fase II studie zal de werkzaamheid van de behandeling verder onderzocht worden bij een grotere groep studiedeelnemers. Dit zal gedaan worden in de loop van de tweede helft van 2025.