kinderoncologie

Jaarlijks worden er in België 500 kinderen onder de 16 jaar gediagnosticeerd met kanker. Veel voorkomende kankers bij kinderen zijn kanker van het beenmerg (leukemie) en de klieren (lymfoom), hersentumoren, vast weefseltumoren in de lever, de nieren, de bijnieren, spieren en botten.

Kankerbehandelingen bij kinderen

Het hoofddoel van een kankerbehandeling bij kinderen is het genezen van de kanker, wat in de meerderheid van de gevallen lukt. Het gemiddelde genezingspercentage bij kinderen ligt rond de 75 à 80%. Hoewel een groot deel kankers bij kinderen goed te behandelen is, ligt het genezingspercentage voor sommige agressieve kankers slechts rond de 20%. Bepaalde hersentumoren (van het agressieve type) en uitgezaaide vast weefseltumoren zijn bij jonge kinderen moeilijk te behandelen en lastig te genezen. 

Er zijn drie manieren om kanker te behandelen. Chirurgie (het weghalen van de tumor) is een belangrijk stuk van de behandeling maar is vaak onvoldoende. Daarnaast is chemotherapie vaak noodzakelijk om kwaadaardige cellen te doden. Aanvullend kan ook radiotherapie gebruikt worden om resttumor (in bepaalde gebieden van het lichaam) die niet verwijderd kan worden, te behandelen.

Onderzoek naar kinderoncologie en klinische studies

Onderzoek naar kinderkanker bestaat enerzijds uit het ontwikkelen van een betere diagnostiek, dus het beter kunnen identificeren van de soorten gezwellen bij individuele patiënten, en anderzijds uit de ontwikkeling van betere en meer geïndividualiseerde behandelingsmogelijkheden. Standaard bieden we aan elke patiënt de mogelijkheid om deel te nemen aan de lopende klinische studies in het kader van een academisch onderzoek. 

Het doel van klinische studies is om de veiligheid en de werkzaamheid van nieuwe producten of nieuwe behandelingsmethodes te testen. Gegevens worden verzameld en verschillende mogelijke standaardbehandelingen worden vergeleken. Aan de hand van de bevindingen willen we uiteindelijk de behandeling verder kunnen verbeteren.

Kinderoncologie

Agressieve hersenkanker bij kinderen

Elk jaar krijgen ongeveer 20 kinderen in België en Nederland de diagnose van hooggradig glioom of ponsglioom, twee nog steeds moeilijk te behandelen agressieve vormen van kanker in de hersenen en hersenstam. Om in te zetten op betere overlevingskansen voor deze patiënten, ging het UZA van start met een klinische studie met een therapeutisch vaccin tegen deze kankers.

In België en Nederland samen, krijgen jaarlijks circa 20 kinderen de diagnose DIPG of HGG. Omdat deze relatief zeldzame vormen van kanker zijn, laat een succesvolle behandeling lang op zich wachten.

Eind 2021 startte UZA een klinische studie voor 10 patiënten tussen 1 en 17 jaar met een bevestigd hooggradig glioom of ponsglioom. De studie is ontworpen om de gepersonaliseerde celtherapie toe te dienen in combinatie met de klassieke kankerbehandelingen, zoals chemo- en radiotherapie en zal in eerste instantie een antwoord bieden op de vraag of deze combinatie haalbaar is bij jonge patiënten. Daarnaast zal in deze patiëntengroep ook nagegaan worden hoe de therapie ervaren wordt en zullen de eerste gegevens over de doeltreffendheid van de therapie verzameld worden. De vaccins worden geproduceerd in anicells, een spin-off van het UZA en de Universiteit Antwerpen, gespecialiseerd in het produceren van celgebaseerde therapieën. Tijdens hun behandeling worden de patiënten nauwgezet opgevolgd door het studieteam en wordt de studie gemonitord door een onafhankelijke raad van internationale kinderoncologen. In januari 2023 werd de 10e patient geincludeerd.

Verschillende patiënten worden nog actief behandeld binnen de studie. Wel is al duidelijk dat aferese bij kinderen met dergelijke agressieve hersenkanker mogelijk en valabel is om zo de productie van het DC vaccin te ontwikkelen. Momenteel wordt de immuunrespons in de bloedstalen gemeten. Hiervoor zijn de onderzoekers bezig om de procedure en de technologie verder te optimaliseren. Dr. Toon Van Genechten: "We kijken na hoe de patiënt gereageerd heeft op de behandeling. We analyseren nu actief de klinische evolutie, de radiologische respons en de immuunreactie van de patiënt. In functie van deze resultaten kunnen we kijken welke patiëntengroep in de toekomst in aanmerking zou kunnen komen voor een volgende studie. Zo proberen we de genezingskans voor deze kwetsbare populatie te verbeteren."