Axel maguza

Op een ochtend fibrilleerde mijn hart, ik verloor het bewustzijn, ontving een schok en mocht verder leven. Ik was 36 jaar.

Getuigenis - Axel Verstrael

Erfelijke hartritmestoornissen en hartspierziekten

Onderzoek

‘Voetballer (22) sterft aan hartstilstand op het veld’ ‘Jonge wielrenner (28) overleden aan plotse hartdood’  Deze krantenkoppen komen we jammer genoeg regelmatig tegen en vaak ligt daar een erfelijke hartritmestoornis of erfelijke hartspierziekte aan de basis. Deze aandoeningen komen echter niet alleen voor bij sporters. Het gemene van deze aandoeningen is dat je helemaal gezond door het leven kan gaan totdat plots zonder enig voorafgaand symptoom of waarschuwing je hart begint te ‘fibrilleren’. Het elektrisch signaal wordt dan niet meer juist doorgegeven waardoor je hartspiercellen allemaal onsamenhangend samentrekken en er geen bloed meer rondgepompt kan worden. Naast het implanteren van een defibrillator – zelf een risicovolle operatie en dus niet zomaar toegepast – is er geen medicatie beschikbaar die de plotse dood bij deze patiënten effectief kan voorkomen. Prof. Maaike Alaerts: “Ik heb zelf twee heel goede vrienden verloren aan plotse hartdood. Bij één van hen was een hartritmestoornis vastgesteld en de genetische oorzaak zelfs gekend, maar dat heeft het plotse overlijden niet kunnen beletten. Nieuwe therapieën die dat wel kunnen, zouden een echte doorbraak betekenen.”


Op zoek naar nieuwe therapieën via lichtgevende hartweefseltjes

Prof. Maaike Alaerts en haar team maken van bloedcellen van patiënten en gezonde individuen stamcellen,  die vervolgens tot de verschillende celtypes die in het menselijke hart aanwezig zijn gedifferentieerd kunnen worden en nadien samen opgegroeid in mini hartweefseltjes. Ze onderzoeken de beste manier om deze cellen genetisch zo aan te passen dat ze lichtgevende eiwitten bevatten, waardoor de functie van de cellen met een gespecialiseerde microscoop kan opgevolgd worden. Prof. Maaike Alaerts: “Op deze manier kunnen we grote aantallen mini lichtgevende ‘zieke’ hartweefseltjes aanmaken en het effect van een hele batterij aan geneesmiddelen of bijvoorbeeld gentherapie op grote schaal testen. Zo hopen we de broodnodige nieuwe therapieën voor erfelijke hartziekten te vinden en echt het verschil te kunnen maken.”